WELCOME
This blog informs and reflects on the exhibition OH CRISIS at Huize Frankendael in Amsterdam. The exhibition presents a view through modern art towards the actual Credit Crisis.
We're now entering what may well be the most challenging man-made calamity in modern experience, a global financial crisis of unprecedented size, speed, interconnectedness and complexity. This event, also known as the Credit Crisis is not yet determined in terms of cause and effect. Our mission is to reaffirm the power of an open view, an in depth discussion, and an exploration of the Credit Crisis through art. Because art can unveil and may be able to present a different view. This exhibit explores some reflections on the current crisis. Works of the following artists are to be seen: (amongst others) Lara Almarcegui, Jan Fabre, William Monk, David Osbaldeston, Reed Siefer, Dave Sinai, Berend Strik, Remco Torenbosch, Koen van Mechelen, Roger van de Wouwer, Jason van der Woude
zondag 12 september 2010
Conservatisme gevolg van de Crisis?
Dreiging maakt linkse rakker conservatief
Conservatisme is een politieke reactie op een gevoel van angst en onzekerheid
Denken aan onrechtvaardigheid of een dreigende dood verandert progressieve, linkse studenten in conservatievelingen. Dat ontdekte een team Amerikaanse psychologen onder leiding van Paul R. Nail. Dit effect kenden we al in het groot: na de aanslagen van 11 september 2001 nam de steun voor de president Bush en zijn conservatieve beslissingen toe. Nu is voor het eerst met behulp van experimenten aangetoond dat ook voor individuen geldt dat de onzekerheid die met zulke dreigingen meekomt leidt tot een ‘ruk naar rechts’.
Nail en zijn collega’s verdeelden 161 studenten met allerlei politieke voorkeuren in twee groepen. De wetenschappers manipuleerden alleen de eerste groep zo, dat ze aan onrechtvaardigheid en de dood moesten denken. Daarna vroegen de wetenschappers alle studenten naar hun standpunt over onder meer de doodstraf en homoseksualiteit. Voor de ongemanipuleerde groep was dat standpunt niet verandert: ze waren nog even liberaal of conservatief als voor het experiment. Voor de groep die de dreiging van onrecht en dood wel had gevoeld, lag dat heel anders. De progressieve proefkonijnen waren nu net zo conservatief als een ‘van nature’ conservatieve student.
De dreiging van een terroristische aanslag doet ons aan de dood denken.
Conservatisme als bescherming tegen angst en onzekerheid
Met deze uitkomst tonen Nail en co aan dat een gevoel van dreiging – met de dood, met onrecht – leidt tot conservatisme. Daarmee vinden ze ook bewijs voor een theorie die in 2003 werd geopperd door de New Yorkse psycholoog John Jost en collega’s. Jost stelde toen dat politiek conservatisme een soort bescherming biedt tegen angst en onzekerheid. Hij baseerde dat op eerder onderzoek, waaruit bijvoorbeeld bleek dat conservatievelingen minder openstaan voor nieuwe ervaringen en moeilijker kunnen omgaan met dubbelzinnigheid dan linkse progressievelingen.
Ook de dreiging van een economische crisis kan van een progressieve linkserd een conservatieveling maken.
Niet iedereen was het eens met Josts conclusies. De Amerikaanse onderzoeker Jeff Greenberg en zijn Duitse collega Eva Jonas dachten dat dreiging er juist voor zou zorgen dat mensen sterker overtuigd raken van hun eigen politieke gelijk: een linkse rakker zou dan juist nog linkser en progressiever worden. Uit de experimenten van het team van Nail blijkt daar echter niets van. Het lijkt er dus op dat Jost gelijk heeft: angst en onzekerheid maken de mens conservatief.
Het artikel van Nail en collega’s zal verschijnen in het Journal of Experimental Social Psychology onder de titel ‘Threat causes liberals to think like conservatives’.
Conservatisme is een politieke reactie op een gevoel van angst en onzekerheid
Denken aan onrechtvaardigheid of een dreigende dood verandert progressieve, linkse studenten in conservatievelingen. Dat ontdekte een team Amerikaanse psychologen onder leiding van Paul R. Nail. Dit effect kenden we al in het groot: na de aanslagen van 11 september 2001 nam de steun voor de president Bush en zijn conservatieve beslissingen toe. Nu is voor het eerst met behulp van experimenten aangetoond dat ook voor individuen geldt dat de onzekerheid die met zulke dreigingen meekomt leidt tot een ‘ruk naar rechts’.
Nail en zijn collega’s verdeelden 161 studenten met allerlei politieke voorkeuren in twee groepen. De wetenschappers manipuleerden alleen de eerste groep zo, dat ze aan onrechtvaardigheid en de dood moesten denken. Daarna vroegen de wetenschappers alle studenten naar hun standpunt over onder meer de doodstraf en homoseksualiteit. Voor de ongemanipuleerde groep was dat standpunt niet verandert: ze waren nog even liberaal of conservatief als voor het experiment. Voor de groep die de dreiging van onrecht en dood wel had gevoeld, lag dat heel anders. De progressieve proefkonijnen waren nu net zo conservatief als een ‘van nature’ conservatieve student.
De dreiging van een terroristische aanslag doet ons aan de dood denken.
Conservatisme als bescherming tegen angst en onzekerheid
Met deze uitkomst tonen Nail en co aan dat een gevoel van dreiging – met de dood, met onrecht – leidt tot conservatisme. Daarmee vinden ze ook bewijs voor een theorie die in 2003 werd geopperd door de New Yorkse psycholoog John Jost en collega’s. Jost stelde toen dat politiek conservatisme een soort bescherming biedt tegen angst en onzekerheid. Hij baseerde dat op eerder onderzoek, waaruit bijvoorbeeld bleek dat conservatievelingen minder openstaan voor nieuwe ervaringen en moeilijker kunnen omgaan met dubbelzinnigheid dan linkse progressievelingen.
Ook de dreiging van een economische crisis kan van een progressieve linkserd een conservatieveling maken.
Niet iedereen was het eens met Josts conclusies. De Amerikaanse onderzoeker Jeff Greenberg en zijn Duitse collega Eva Jonas dachten dat dreiging er juist voor zou zorgen dat mensen sterker overtuigd raken van hun eigen politieke gelijk: een linkse rakker zou dan juist nog linkser en progressiever worden. Uit de experimenten van het team van Nail blijkt daar echter niets van. Het lijkt er dus op dat Jost gelijk heeft: angst en onzekerheid maken de mens conservatief.
Het artikel van Nail en collega’s zal verschijnen in het Journal of Experimental Social Psychology onder de titel ‘Threat causes liberals to think like conservatives’.
Generatie Y blijkt niet crisisproof
Recessie ’Dit lag niet in de planning’
door Maaike Boersma
Generatie Y blijkt niet crisisproof
Ze schieten in de kramp, tobben zich suf en durven op het werk niet vernieuwend te zijn. Generatie Y ruikt ontslag. Maar hun hand op de knip houden, oei, dat is moeilijk.
Wessing is niet de eerste, en zeker niet de laatste jonge werknemer die vanwege de crisis de laan uit wordt gestuurd. Voormalig werkloosheidsbestrijder Hans de Boer voorspelt dat jongeren massaal de dupe worden van de recessie. Het aantal jeugdwerklozen kan volgens hem in een jaar zomaar oplopen tot 100.000.
Generatie Y worden ze genoemd, jongeren tussen de twintig en half dertig. Een generatie die nooit eerder bewust een recessie, zoals die van de jaren ’80, meemaakte. Jongeren die gewend zijn geld te hebben, elke dag op stap te kunnen en minimaal twee maal per jaar met vakantie te gaan.
‘Jongeren kunnen hier moeilijker mee omgaan dan de oudere generatie’, zegt sociaal psycholoog Sander Koole, gespecialiseerd in emotie-regulatie. ‘Het lijkt niet op iets wat ze eerder hebben meegemaakt, en daarom beheerst het hun leven meer. Ze kunnen het moeilijk van zich afzetten en piekeren veel.’ ‘De angst is heel groot’, zegt ook Jeroen Boschma, auteur van het boek Generatie Einstein.‘Dit is wel de leeftijd waarop ze kinderen krijgen.’
Die angst heeft ook gevolgen op de werkvloer. ‘Jonge werknemers schieten in de kramp’, zegt Aart Bontekoning, die onderzoek deed naar ‘generaties in organisaties’. ‘Ze hebben grote angst hun baan te verliezen en daardoor passen ze zich erg aan aan de heersende bedrijfscultuur.’ Gevolg? ‘Dat ze niet meer creatief en innovatief te werk gaan, en niet meer vernieuwend bezig zijn. En dat is wat bedrijven nu juist wél nodig hebben. Dubbel drama dus.’
Dat drama ziet ook Jeroen Boschma: ‘Ik zie het bij dertigers in managementfuncties, die staan echt te kijken en hebben werkelijk géén idee wat er gebeurt nu er ineens geen geld meer is.’ In hun wanhoop grijpen ze volgens Boschma terug op traditionele middelen en durven ze geen risico’s meer te nemen.
Hoewel generatie Y zware klappen te verduren zal krijgen, is dat volgens Fred Raaij, hoogleraar economische psychologie, voor hen geen reden hun uitgavenpatroon aan te passen. ‘Ze zijn opgegroeid met het idee dat alles steeds beter wordt. In tegenstelling tot oudere generaties passen ze hun uitgavenpatroon niet aan hun inkomsten aan, maar kijken ze naar wat anderen hebben.’ Dat maakt hen volgens de econoom extra kwetsbaar. ‘Ze hebben geen buffer.’
‘Ik verwacht dat het voor hen echt dramatisch gaat worden’, zegt ook Boschma. ‘Ze zijn volledig gewend aan het oude systeem, zijn gewend geld te hebben. Ze hebben huizen gekocht voor topprijzen, een auto op afbetaling, maar geen reserves. Ze hebben geleefd op de rente van de toekomst’, met het idee: ‘Dat geld verdien ik nog wel’.’
Raaij voorspelt dat generatie Y alleen beter met geld leert omgaan als de crisis langer duurt dan een jaar of drie. ‘Als het inderdaad in 2010 voorbij is, halen ze opgelucht adem en gaan gewoon weer op oude voet verder.’ Wessing laat zich niet ontmoedigen. ‘Ik heb gewoon een vakantie met vrienden geboekt, ach dat moet kunnen.'
door Maaike Boersma
Generatie Y blijkt niet crisisproof
Ze schieten in de kramp, tobben zich suf en durven op het werk niet vernieuwend te zijn. Generatie Y ruikt ontslag. Maar hun hand op de knip houden, oei, dat is moeilijk.
Wessing is niet de eerste, en zeker niet de laatste jonge werknemer die vanwege de crisis de laan uit wordt gestuurd. Voormalig werkloosheidsbestrijder Hans de Boer voorspelt dat jongeren massaal de dupe worden van de recessie. Het aantal jeugdwerklozen kan volgens hem in een jaar zomaar oplopen tot 100.000.
Generatie Y worden ze genoemd, jongeren tussen de twintig en half dertig. Een generatie die nooit eerder bewust een recessie, zoals die van de jaren ’80, meemaakte. Jongeren die gewend zijn geld te hebben, elke dag op stap te kunnen en minimaal twee maal per jaar met vakantie te gaan.
‘Jongeren kunnen hier moeilijker mee omgaan dan de oudere generatie’, zegt sociaal psycholoog Sander Koole, gespecialiseerd in emotie-regulatie. ‘Het lijkt niet op iets wat ze eerder hebben meegemaakt, en daarom beheerst het hun leven meer. Ze kunnen het moeilijk van zich afzetten en piekeren veel.’ ‘De angst is heel groot’, zegt ook Jeroen Boschma, auteur van het boek Generatie Einstein.‘Dit is wel de leeftijd waarop ze kinderen krijgen.’
Die angst heeft ook gevolgen op de werkvloer. ‘Jonge werknemers schieten in de kramp’, zegt Aart Bontekoning, die onderzoek deed naar ‘generaties in organisaties’. ‘Ze hebben grote angst hun baan te verliezen en daardoor passen ze zich erg aan aan de heersende bedrijfscultuur.’ Gevolg? ‘Dat ze niet meer creatief en innovatief te werk gaan, en niet meer vernieuwend bezig zijn. En dat is wat bedrijven nu juist wél nodig hebben. Dubbel drama dus.’
Dat drama ziet ook Jeroen Boschma: ‘Ik zie het bij dertigers in managementfuncties, die staan echt te kijken en hebben werkelijk géén idee wat er gebeurt nu er ineens geen geld meer is.’ In hun wanhoop grijpen ze volgens Boschma terug op traditionele middelen en durven ze geen risico’s meer te nemen.
Hoewel generatie Y zware klappen te verduren zal krijgen, is dat volgens Fred Raaij, hoogleraar economische psychologie, voor hen geen reden hun uitgavenpatroon aan te passen. ‘Ze zijn opgegroeid met het idee dat alles steeds beter wordt. In tegenstelling tot oudere generaties passen ze hun uitgavenpatroon niet aan hun inkomsten aan, maar kijken ze naar wat anderen hebben.’ Dat maakt hen volgens de econoom extra kwetsbaar. ‘Ze hebben geen buffer.’
‘Ik verwacht dat het voor hen echt dramatisch gaat worden’, zegt ook Boschma. ‘Ze zijn volledig gewend aan het oude systeem, zijn gewend geld te hebben. Ze hebben huizen gekocht voor topprijzen, een auto op afbetaling, maar geen reserves. Ze hebben geleefd op de rente van de toekomst’, met het idee: ‘Dat geld verdien ik nog wel’.’
Raaij voorspelt dat generatie Y alleen beter met geld leert omgaan als de crisis langer duurt dan een jaar of drie. ‘Als het inderdaad in 2010 voorbij is, halen ze opgelucht adem en gaan gewoon weer op oude voet verder.’ Wessing laat zich niet ontmoedigen. ‘Ik heb gewoon een vakantie met vrienden geboekt, ach dat moet kunnen.'
Labels:
crisis,
crisisproof,
generatie Y,
jongeren
Abonneren op:
Posts (Atom)